Een meiboom is een versierde paal of boom. Het oprichten van de boom gaat gepaard met verschillende rituelen, deze verschillen per gebied. De boom wordt vaak geplant op 1 mei, of op de vooravond daarvan (30 april). In andere gebieden gebeurt dit tijdens het Midzomerfeest of Pinksteren. De meiboom wordt in veel gevallen op het dorpsplein (brink), tussen de kerk en de herberg, geplant.
Er worden verschillende soorten bomen gebruikt, zoals de conifeer, es, den, spar en berk. De boom werd in optocht vervoerd met één of meer versierde wagens, de zogenaamde meiwagens. In sommige gevallen werd de optocht vergezeld door een muziekkorps en werd gebruikgemaakt van zelfgemaakte waldhoorns (vergelijkbaar met de midwinterhoorn), meifluitjes, hoppen of pijpen. Deze fluitjes werden gebruikt om de heksen, de boze geesten die het meifeest konden bederven, te verjagen.
Het Meifeest, 1798
De meiboom wordt versierd met een vlag of vlaggetjes, strikken, linten, kronen, bladeren, bloemen en planten (zoals de jeneverbes, fluitekruid, boterbloemen), gekleurde wol, papier (crêpepapier) en slingers. Boven op de meiboom wordt wel een meidoorntak geplaatst. In andere gevallen worden de takken van de boom verwijderd en blijft een kale stam met kroon over. Ook wordt wel een (gestolen) haan in een kooi omhoog gebracht. Weer andere gebieden hebben kransen of een zon (of zonnewiel) op of aan de paal, wimpel(s) en windwijzers. De wijze van versieren verschilt per gebied
Rondom de meiboom vinden reidansen plaats[. Meisjes dansen rond de meiboom en de meigraaf werpt zijn krans, zo wordt de meigravin of meikoningin van het jaar gekozen. Ook zijn er lintendansen bekend, waarbij linten worden verweven. De meiboom komt in volksliedjes voor